Hoofdstuk 5. Navigeren door inhoud

In VoiceOver kunt u op verschillende manieren navigeren door inhoud en tekst. In dit hoofdstuk leert u hoe u kunt navigeren door inhoud, zoals tabellen en tekst. Daarnaast leert u hoe u navigatiefuncties kunt gebruiken als Snelnavigatie, de onderdeelkiezer, hotspots en de Tab-toets.

Navigeren in menu's

De menubalk boven in het scherm bevat drie menugebieden: het Apple-menu en de programmamenu's, de statusmenu's en het Spotlight-menu.

Navigeren naar de menubalk

Druk op VO + M.

Als u gebruikmaakt van VoiceOver-bewegingen, tikt u met twee vingers dubbel aan de bovenrand van het trackpad.

Navigeren in de menubalk

Navigeren in een menu
Een menu sluiten

Om een menu te sluiten zonder een onderdeel te selecteren, drukt u op de Escape-toets. Als u gebruikmaakt van VoiceOver-bewegingen, zigzagt u met twee vingers over het trackpad.

Met snelmenu's hebt u snel toegang tot de commando's, zodat u niet steeds naar de menubalk hoeft te navigeren. U opent een snelmenu voor een onderdeel door op VO + Shift + M te drukken. Als u gebruikmaakt van VoiceOver-bewegingen, kunt u de aangepaste beweging Control + klikken met trackpad gebruiken (u kunt deze standaardtoewijzing wijzigen en het commando aan een andere beweging toewijzen).

Voor veel menuonderdelen zijn toetscombinaties beschikbaar zodat u de menu's helemaal niet hoeft te gebruiken. Als u bijvoorbeeld het afdrukvenster wilt openen, drukt u op Command + P, zodat u niet naar 'Archief' > 'Druk af' hoeft te navigeren.

Navigeren in tabellen

U kunt navigeren in de tabellen in tekstgebieden per rij en kolom. Daarnaast kunt u sorteren op kolom.

Manieren om te navigeren in tabellen

De tekst in een tabel kunt u lezen met de VO-commando's die ook beschikbaar zijn voor het lezen van gewone documenten.

Wanneer u tijdens het werken met een tabel navigeert met behulp van de pijltoetsen, meldt VoiceOver geen lege kolommen, tenzij het spraakdetailniveau voor tabellen is ingesteld op 'Hoog'.

Navigeren door tekst te zoeken

U kunt navigeren in een venster door specifieke tekst te zoeken. Als u bijvoorbeeld in Mail werkt en naar de knop 'Verstuur' wilt gaan, typt u 'Verstuur' in het zoekveld van VoiceOver om de VoiceOver-cursor direct naar die knop te verplaatsen.

Tekst zoeken
  1. Druk op VO + F.

    In VoiceOver wordt een zoekpaneel weergegeven.

  2. Typ of plak (met Command + V) de tekst die u zoekt in het zoekpaneel en druk vervolgens op de Return-toets.

    Er wordt gezocht vanaf de VoiceOver-cursor tot het einde van het tekstgebied.

    • Om naar de volgende plaats te gaan waar de tekst in het venster voorkomt, drukt u op VO + G.
    • Om naar de vorige plaats te gaan waar de tekst in het venster voorkomt, drukt u op VO + Shift + G.
  3. Om eerdere zoekopdrachten op te vragen, drukt u op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag. Voordat u een eerdere zoekopdracht opnieuw uitvoert, een zoekopdracht verwijdert of een nieuwe zoekopdracht invoert, drukt u op VO + F.
    • Om een eerdere zoekopdracht opnieuw uit te voeren, drukt u op Command + A.
    • Om een zoekopdracht te verwijderen, drukt u op Command + Delete.

Navigeren met tekstkenmerken

U kunt navigeren in een document door te zoeken naar tekstkenmerken, zoals vet of een andere kleur lettertype.

Manieren om te navigeren met tekstkenmerken:

Navigeren met cursorterugloop

Wanneer u gebruikmaakt van cursorterugloop. beschouwt VoiceOver de onderdelen in een venster als een aaneengesloten reeks. Als u dan het eerste onderdeel in een venster hebt bereikt, kunt u één stap teruggaan om naar het laatste onderdeel te springen. U hoort een aankondiging wanneer u naar de volgende regel gaat of wanneer u van het eerste naar het laatste onderdeel (of omgekeerd) springt.

U kunt een voorkeur in VoiceOver-hulpprogramma instellen waarmee cursorterugloop wordt ingeschakeld zodat de functie altijd beschikbaar is. Als u de voorkeur niet instelt, kunt u cursorterugloop met behulp van commando's inschakelen op het moment dat u de functie nodig hebt.

Cursorterugloop op elk gewenst moment gebruiken
  1. Als VoiceOver is geactiveerd, opent u VoiceOver-hulpprogramma, klikt u op 'Navigatie' en schakelt u het aankruisvak 'Sta cursorterugloop toe' in.
  2. Wanneer u van het laatste naar het eerste onderdeel in een venster wilt springen, drukt u op VO + Pijl-omlaag. Wanneer u van het eerste naar het laatste onderdeel in een venster wilt springen, drukt u op VO + Pijl-omhoog.
Cursorterugloop inschakelen indien nodig
  1. Om de cursor als voorbereiding op de terugloop naar de rechterbenedenhoek of naar de bovenkant van een venster te verplaatsen, drukt u op VO + Command + End of VO + Command + Home.
  2. Wanneer u naar het eerste of naar het laatste onderdeel in een venster wilt springen, drukt u op VO + Command + Shift + pijltoetsen.

    Druk bijvoorbeeld op VO + Command + Shift + Pijl-links om van het eerste onderdeel naar het laatste onderdeel in een venster te springen.

Navigeren met de Tab-toets

Mac OS X biedt ondersteuning voor uitgebreide toetsenbordfuncties. Dit betekent dat u met de Tab-toets en de pijltoetsen de toetsenbordfocus kunt verplaatsen naar tekstvakken, lijsten, keuzerondjes, aankruisvakken en andere regelaars.

Als u navigeert met de Tab-toets terwijl VoiceOver is geactiveerd, moet u rekening houden met de volgende punten:

Met Shift +Tab kunt u in de tegengestelde richting navigeren.

Navigeren met Snelnavigatie

Met Snelnavigatie kunt u navigeren binnen webpagina's en programma's door uitsluitend de pijltoetsen te gebruiken.

Snelnavigatie in- of uitschakelen

Druk tegelijkertijd de toetsen Pijl-links en Pijl-rechts in.

In de groepsmodus navigeren binnen programma's en webpagina's

In de DOM-modus navigeren binnen webpagina's

Navigeren met de onderdeelkiezer

Met de onderdeelkiezer kunt u snel naar een onderdeel op het scherm of in een venster gaan. De onderdeelkiezer bevat tekst, regelaars, koppelingen en afbeeldingen.

Een schermafbeelding van de onderdeelkiezer. Een paneel met een zwarte achtergrond en witte tekst, met de titel 'Item Chooser'. Het menu bevat deze onderdelen, van boven naar beneden: 'close button',  'dimmed zoom button', 'minimize button', 'preference panes empty scroll area', 'Personal text', 'Appearance button', 'Desktop & Screen Saver button', 'Dock button', 'Expose & Spaces button', 'Language & Text button', 'Security button', 'Spotlight button', 'Hardware button', 'Hardware text', 'CDs & DVDs button' en 'Displays button'. Het laatste onderdeel wordt voorafgegaan door een pijl-omlaag die aangeeft dat er nog meer onderdelen zijn waar u naartoe kunt bladeren.
Navigeren naar een onderdeel
  1. Druk op VO + I om de onderdeelkiezer weer te geven.
  2. Navigeer naar de onderdelen in de lijst met de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag totdat u de naam van het gewenste onderdeel hoort.
    • Als u de naam van een onderdeel weet, zoals de knop 'Sluit', typt u enkele letters van de naam om in de lijst alleen de onderdelen weer te geven die deze letters bevatten. Om alle onderdelen opnieuw weer te geven, drukt u op de Delete-toets.
    • Als u het gewenste onderdeel niet kunt vinden, drukt u op de Escape-toets om de onderdeelkiezer te sluiten zonder een keuze te maken.
  3. Druk op de Return-toets of op de spatiebalk om het onderdeel te selecteren en naar het onderdeel te gaan.

    De onderdeelkiezer wordt gesloten.

Onderdelen controleren met hotspots

U kunt hotspots gebruiken om maximaal tien onderdelen in een venster te controleren of om later eenvoudig naar de onderdelen terug te gaan. Nadat u een hotspot voor een onderdeel hebt ingesteld, kunt u de hotspot gebruiken totdat u het venster met het onderdeel sluit. Als u VoiceOver uitschakelt, later opnieuw inschakelt en een venster opent waarin u eerder hotspots hebt ingesteld, zijn de hotspots nog steeds beschikbaar.

Een hotspot instellen

Navigeer naar het onderdeel en druk op VO + Shift + [cijfertoets].

Als u een nummer toewijst dat al wordt gebruikt voor een hotspot, wordt het nummer gekoppeld aan de nieuwe hotspot.

Een hotspot verwijderen

Druk in de hotspot op VO + Shift + [cijfertoets].

Stel dat u (bijvoorbeeld met VO + Shift + 5) een hotspot hebt ingesteld voor het eerste symbool in het Dock. U drukt dan op VO + 5 om naar die hotspot te springen en vervolgens drukt u nogmaals op VO + Shift+ 5. De hotspot wordt nu uit het symbool verwijderd.

Hotspots gebruiken

Wanneer u naar hotspots in tabellen, lijsten of webgebieden springt, kunt u direct met deze onderdelen werken (u hoeft geen VoiceOver-commando in te voeren om met het onderdeel te kunnen werken).

Als u de hotspot-kiezer wilt gebruiken om naar hotspots te bladeren en te springen, drukt u tweemaal op een willekeurige hotspot. Druk bijvoorbeeld op VO + 7 + 7 om de Hotspot-kiezer weer te geven. In de hotspot-kiezer worden alle actieve en inactieve (de hotspots in gesloten programma's) weergegeven.

Op bepaalde niet-Engelse toetsenborden kunt u hotspots gebruiken.

U kunt commando's voor hotspots toewijzen aan toetsen op het numerieke toetsenblok, het toetsenbord of een brailleleesregel. Als u met een Multi-Touch-trackpad werkt, kunt u de commando's toewijzen aan VoiceOver-bewegingen.