Hoofdstuk 11. VoiceOver-bewegingen gebruiken

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u uw computer kunt besturen via VoiceOver-bewegingen op een Multi-Touch-trackpad.

Informatie over VoiceOver-bewegingen

Als u een Multi-Touch-trackpad hebt en VoiceOver is ingeschakeld, kunt u bewegingen gebruiken om door de onderdelen op het scherm te navigeren en hiermee te werken, en om VoiceOver-commando's in te voeren.

Om VoiceOver-bewegingen te gebruiken, schakelt u de trackpadcommando's in door de Control-toets en de Option-toets (samen de VO-toetsen genoemd) ingedrukt te houden terwijl u met twee vingers een draaiende beweging naar rechts op het trackpad maakt. U kunt ook de desbetreffende optie in VoiceOver-hulpprogramma selecteren. U kunt vervolgens standaardbewegingen van VoiceOver gebruiken en u kunt andere bewegingen aanpassen door er VoiceOver-commando's aan toe te wijzen.

VoiceOver-bewegingen maakt u door met een of meer vingers te slepen, snel te bewegen of te tikken op het trackpad. Ook kunt u een draaiende beweging op het trackpad maken. U kunt verschillende technieken gebruiken voor een beweging. Zo kunt u tikken met twee vingers van één hand of met één vinger van elke hand. Probeer verschillende technieken om te bepalen welke techniek voor u het meest geschikt is. U kunt Toetsenbord Help gebruiken om standaardbewegingen en aangepaste bewegingen te oefenen en om te zien wat ze precies doen.

Tijdens het verplaatsen van de VoiceOver-cursor worden de onderdelen in de cursor uitgesproken en u hoort een geluidssignaal als er witruimte op het scherm wordt aangetroffen. Aan de hand van deze informatie krijgt u een beeld van de locatie van onderdelen op het scherm terwijl u navigeert.

Als u het trackpad aanraakt, lijkt het alsof u een gedeelte van het scherm aanraakt. Het trackpad stelt het venster of gebied op het scherm voor waar de VoiceOver-cursor zich bevindt. Wanneer u een vinger over het trackpad sleept, verplaatst u de VoiceOver-cursor alleen in dat venster of gebied. Als de cursor bijvoorbeeld op de knoppenbalk van Mail staat, representeert het trackpad de knoppenbalk van Mail. Wanneer u een vinger over het trackpad sleept, verplaatst u de VoiceOver-cursor op de knoppenbalk van Mail. Aangezien het trackpad slechts een bepaald gebied voorstelt en niet het volledige scherm, kunt u niet per ongeluk in andere gebieden of programma's terechtkomen.

Om de samenwerking met ziende gebruikers te verbeteren, wordt het gedeelte van het scherm waarin u werkt, beter zichtbaar gemaakt door de rest van het scherm te dimmen. Gebruik het paneel 'Aanraken' in VoiceOver-hulpprogramma om de doorzichtigheid van dit effect aan te passen. Andere samenwerkingsfuncties, zoals het ondertitelpaneel of braillepaneel, kunnen tegelijkertijd met bewegingen van VoiceOver worden gebruikt.

Om de trackpadcommando's uit te schakelen en geen VoiceOver-bewegingen meer te gebruiken, houdt u de Control-toets en de Option-toets tegelijkertijd ingedrukt terwijl u met twee vingers een draaiende beweging naar links op het trackpad maakt. U kunt ook de desbetreffende optie in VoiceOver-hulpprogramma selecteren.

VoiceOver-bewegingen gebruiken

Als u een Multi-Touch-trackpad gebruikt, kunt u de trackpadcommando's inschakelen om via standaardbewegingen van VoiceOver door de onderdelen op het scherm te navigeren en ermee te werken.

Opmerking:Als u VoiceOver-bewegingen gebruikt, kunt u de muisknop van het trackpad niet gebruiken, tenzij u de muisknop gebruikt met een speciale toets, zoals Control + klikken.

De trackpadcommando's inschakelen

Houd tegelijkertijd de Control-toets en de Option-toets (samen de VO-toetsen genoemd) ingedrukt terwijl u op een willekeurige plaats op het trackpad met twee vingers een draaiende beweging naar rechts maakt.

VoiceOver-bewegingen gebruiken

De trackpadcommando's uitschakelen

Houd tegelijkertijd de Control-toets en de Option-toets (samen de VO-toetsen genoemd) ingedrukt terwijl u op een willekeurige plaats op het trackpad met twee vingers een draaiende beweging naar links maakt.

U kunt zowel VoiceOver-bewegingen als toetscombinaties gebruiken om VoiceOver-commando's in te voeren.

VoiceOver-commando's toewijzen aan bewegingen

Als u de functie voor trackpadcommando's hebt ingeschakeld om VoiceOver-bewegingen te gebruiken, kunt u VoiceOver-commando's toewijzen aan bepaalde bewegingen.

Opmerking:VoiceOver bevat een set standaardbewegingen. Deze bewegingen kunt u niet wijzigen.

Commando's toewijzen aan bewegingen
  1. Als VoiceOver is geactiveerd, opent u VoiceOver-hulpprogramma door op VO + F8 te drukken.
  2. Klik op de categorie 'Commando's', klik op 'Trackpad' en zorg ervoor dat het aankruisvak 'Schakel trackpadcommando's in' is ingeschakeld.
  3. Klik op 'Wijs commando's toe'.
  4. Kies uit het venstermenu de speciale toets die u wilt gebruiken met bewegingen. Standaard is dit de Command-toets.

    Anders dan voor de standaardbewegingen van VoiceOver, moet u een speciale toets ingedrukt houden om aangepaste bewegingen te gebruiken.

  5. Activeer de tabel 'Commando's trackpadbewegingen' en navigeer omlaag in de kolom met bewegingen totdat u de beweging hoort waaraan u een commando wilt toewijzen.
  6. Ga naar de kolom met commando's, open het venstermenu met commando's en gebruik de pijltoetsen om naar beneden of naar boven te bladeren in de lijst met beschikbare commando's.
  7. Een schermafbeelding van Trackpadcommando's. Het venster van het VoiceOver-hulpprogramma, verticaal opgesplitst in twee gedeelten. Links een navigatiekolom met categorieën voorafgegaan door een symbool, en rechts een gebied met de opties voor de geselecteerde categorie. 'Commanders' is de huidige categorie in de navigatiekolom en rechts ziet u het paneel voor het toewijzen van commando's aan bewegingen.¶¶Rechtsboven in het paneel staat de tekst 'Select a modifier key, then assign a command to a gesture. Built-in VoiceOver gestures cannot be changed.' Achter deze tekst staat het Modifier-venstermenu, waarin 'Command' is geselecteerd. Onder de tekst en het venstermenu staat een tabel met twee kolommen. Van links naar rechts zijn dit: 'Trackpad Gesture' en 'Command'. De vierde rij is geselecteerd en bevat 'Flick Up' in de kolom 'Trackpad Gesture'; rechts staat een venstermenu met commandocategorieën voor het toewijzen van een commando aan de beweging. Van boven naar beneden zijn dit de commandocategorieën: 'General', 'Information', 'Navigation', 'Text', 'Web', 'Find', 'Tables', 'Size and Position', 'Audio', 'Braille', 'Visuals', 'Hot spots', 'Jump' en 'Custom Commands'. Achter elke categorie staat een pijl om de bijbehorende commando's weer te geven.
  8. Als u het commando hoort dat u aan de beweging wilt toewijzen, drukt u op Return-toets om het commando te selecteren.
  9. Als u klaar bent met het toewijzen van commando's, klikt u op 'Gereed'.

Gebruik het menu 'Aangepaste commando's' om scripts en takenreeksen van Automator toe te wijzen aan bewegingen. U kunt bijvoorbeeld een script (zoals een Perl-, Ruby-, Python- of AppleScript-script) uitvoeren wanneer u de beweging 'dubbel tikken met twee vingers' gebruikt.

Rotorinstellingen gebruiken met bewegingen

Als u VoiceOver-bewegingen gebruikt, fungeert de rotor als een virtuele knop waaraan u kunt draaien om op basis van de huidige context verschillende navigatietechnieken te selecteren. Als u bijvoorbeeld door een webpagina bladert, gebruikt u instellingen zoals 'Tabellen', 'Webspots' of 'Afbeeldingen'. In een andere context gebruikt u instellingen zoals 'Navigatie', 'Woord', 'Teken' of 'Pas aan'.

Rotorinstellingen gebruiken
  1. Draai twee vingers naar rechts op het trackpad totdat u de gewenste instelling hoort.

    Terwijl u de rotor steeds een slag 'draait', hoort u elke instelling en een klikgeluid. Als u een instelling hebt gemist, draait u aan de rotor totdat u de instelling opnieuw hoort.

  2. Beweeg uw vingers snel omhoog of omlaag op het trackpad om op basis van de huidige rotorinstelling naar het vorige of het volgende exemplaar van een onderdeel te gaan.

    Als de huidige instelling bijvoorbeeld 'Woord' is en u uw vingers snel omlaag beweegt op het trackpad, wordt de VoiceOver-cursor bij het volgende woord geplaatst. Beweeg uw vingers opnieuw omlaag om naar het volgende woord te gaan. Als u uw vingers bij herhaling omhoog beweegt, gaat de VoiceOver-cursor woord voor woord terug.

    Dit zijn de instellingen die u kunt gebruiken:

  3. Webinstellingen: 'Kopteksten', 'Afbeeldingen', 'Frames', 'Tabellen', 'Niet-bezochte koppelingen', 'Bezochte koppelingen', 'Webspots', 'Formulierregelaars', 'Automatische webspots' en 'Koppelingen'

    Overige instellingen: 'Teken', 'Woord', 'Navigatie', 'Pas aan'

De instellingen 'Teken' en 'Woord' zijn vooral handig voor een tekstgebied, bijvoorbeeld om de tekst teken voor teken of woord voor woord te lezen. Gebruik de instelling 'Pas aan' om de waarde in een schuifknop, stappenregelaar, splitter of vergelijkbare regelaar te verhogen of te verlagen.

Met de instelling 'Navigatie' kunt u regel voor regel navigeren in tekst. Wanneer u een tekstgebied hebt geactiveerd, begint VoiceOver de eerste regel voor te lezen vanaf het punt waar de cursor zich bevond op het moment dat u het eerst uw vingers snel omhoog of omlaag hebt bewogen op het trackpad. Alle volgende regels worden helemaal opgelezen.

Wanneer u de instelling 'Navigatie' gebruikt in een venster of dialoogvenster, worden mogelijk niet alle onderdelen op een regel gesproken, afhankelijk van de manier waarop de onderdelen zijn geordend. Het is mogelijk dat u pas andere onderdelen hoort nadat u uw vingers eerst naar links of naar rechts hebt bewogen en vervolgens weer omhoog of omlaag.

De huidige webnavigatiemodus is van invloed op de manier waarop u met de rotor op webpagina's navigeert. Als u in de DOM-modus met uw vingers omhoog of omlaag beweegt op het trackpad, gaat u naar het vorige of het volgende exemplaar van het onderdeel dat overeenkomt met de huidige rotorinstelling. Als de rotor bijvoorbeeld is ingesteld op kopteksten en u omhoog of omlaag beweegt op het trackpad, gaat u naar de vorige of de volgende koptekst. Als u in de modus met gegroepeerde verwante onderdelen omhoog of omlaag beweegt op het trackpad, gaat u naar de vorige of de volgende groep met verwante onderdelen. U kunt het commando 'Schakel bij webnavigatie tussen DOM en groep' aan een beweging toewijzen met behulp van de functie voor trackpadcommando's, zodat u eenvoudiger op een andere modus kunt overschakelen.